Santos – Stad van vrijheid en naastenliefde

Santos is de haven van São Paulo, met ruim twaalf miljoen inwoners de grootste stad van Brazilië die bijna tachtig kilometer landinwaarts ligt. Santos is de belangrijkste haven van Latijns-Amerika. Hij behoort tot de grootste vijftig havens van de wereld.

Brazilië was voor de komst van Portugese veroveraars een dichtbevolkt gebied, met een landbouw van maniok die duizenden jaren teruggaat – en die ouder is dan de Europese landbouw. In 1500 ontdekte een Portugese expeditie onder leiding van Pedro Alvares Cabral per ongeluk het weelderige en waterrijke kustgebied van Brazilië – de vloot was op weg naar Indië, maar zeilde door de passaatwinden zo ver westelijk op de Atlantische Oceaan dat ze land zagen en zo op de plek kwamen, waar later Santos zou ontstaan. Daar woonden de Tupiniquim, die geschenken uitwisselden met de Portugezen. In 1532 werd de kust gekoloniseerd en werden de Tupiniquim tot slaaf gemaakt. “De ontmoeting van Europeanen met de inheemse bevolking is de geschiedenis van een genocide,” schrijft Eduardo Bueno in zijn boek Brazil. Uma historia.

Onder de kolonisten was een zekere Bras Cubas, die niet alleen op eigen gewin uit was, maar ook op ontwikkeling. Hij liet aanlegplaatsen voor schepen aanleggen, een kerk, wegen, suikerrietplantages en een ziekenhuis, het eerste van Latijns-Amerika, dat Todos los Santos, Alle heiligen, heette: en zo kreeg de plek de naam Santos. De eerste suikerfabriek van Brazilië werd in 1532 in Santos in gebruik genomen. Voortdurend kwamen er kapers op de kust, zoals de Engelsman Thomas Cavendish in 1591 en de Nederlander Joris van Spilbergen in 1615, die voor van de Oost Indische Compagnie een reis naar Indië maakte via de Straat van Magellaan. Hij had als opdracht gekregen om waar hij kon, onderweg Spaanse bezittingen te veroveren. Hij en zijn bemanning veroverden en vernielden Santos, maar na een bloedig gevecht op het strand moesten Van Spilbergen en zijn mannen vluchten.

In 1822 werd Brazilië onafhankelijk van Portugal. Santos kreeg in 1839 stadsrechten. De haven groeide door de opkomende koffie-industrie; het gebied rond São Paulo werd het belangrijkste koffiegebied van Brazilië. Een groot deel van de bevolking van Santos werkte in de koffiebranch.  Nog steeds is Santos de grootste koffie exporteur van de wereld.

In 1892 werd er langs de kust van het tropische, bergachtige, jungleachtige eiland waarop Santos ligt, een havenkade aangelegd, die in de loop van de tijd steeds werd uitgebreid. De haven was een magneet die avonturiers en ondernemers uit de hele wereld aantrok. In 1913 woonden er bijna 90.000 mensen in Santos, de helft van hen was buitenlander, uit Europese landen en uit de Verenigde Staten. In 1917 werd er een opvallende koffiebeurs in Jugendstil-stijl gebouwd; dat is nu het koffiemuseum van Santos.

De huidige haven is een eigenaardige combinatie van rommelige en soms verlaten oude gedeelten, en moderne nieuwe havens aan de overkant van de rivier. Het grote probleem is de infrastructuur; de trucks op de autowegen uit São Paulo door de bergen naar de haven zitten voortdurend vast. De haven is ook met spoorwegen, waterwegen en een pijpleiding verbonden met de omliggende staten. Santos is de grootste exporteur van suiker, sinaasappelsap en koffie in de wereld, en exporteert verder soja, gierst, mais, alcohol, auto’s en industrieproducten.  De voornaamste handelspartner is China.