Marseille – Stad van vrijheid, geliefde vrijheid

Marseille is de vijfde haven van Europa, na Rotterdam, Antwerpen, Hamburg en Amsterdam. De haven heeft een heel oude geschiedenis. Al rond 27.000 jaar voor de jaartelling verbleven in de buurt van Marseille mensen in de grot Cosquer. Ze lieten er afbeeldingen van mensenhanden en dieren achter. Rond 600 voor de jaartelling stichtten Grieken uit Phocaea, een Griekse stad die nu aan de westkust van Turkije ligt, een kolonie, Massalia. De zee-inham hier, met zijn omringende heuvels en bergen, die bescherming bood aan schepen, leek op de haven van Phocea. De zeelui waren gericht op het oosten van de Middellandse Zee.

Maar een avontuurlijke ontdekkingsreiziger en wetenschapper, Pythias, voer naar het westen en het noorden, op zoek naar de plekken waar tin en amber vandaan kwam. Dat was afkomstig uit Zuid-Engeland en de Baltische landen. Rond 330 voor de jaartelling vertrok Pythias uit Marseille. Hij bereikte Groot-Brittanië, verkende de kust te voet, en voer ook naar Noord-Duitsland, waar indertijd de Scythen woonden, een mythisch volk in de ogen van de Grieken. Over zijn ervaringen schreef hij een boek: Over de Oceaan, dat helaas verloren is gegaan.

De Grieken mengden zich met de Keltische Galliërs en vormden zo een Provencaalse cultuur die als een brug fungeerde tussen de Mediterrane wereld en de noordelijke Keltische wereld. De bewoners importeerden en exporteerden olijfolie, wijn en aardewerk. Vanaf 49 voor de jaartelling werd Marseille vijf eeuwen lang onderdeel van het Romeinse rijk.

In 1486 werd de Provence, en dus ook Marseille, bij Frankrijk getrokken. Marseille werd een vrijhandelshaven en dreef handel met het hele Middellandse Zeegebied. Geregeld namen schepen epidemieën mee die afkomstig waren van karavanen uit het Verre Oosten, die hun spullen meegaven aan schepen in het Midden-Oosten. In 1720 arriveerde er een schip met zijde en katoen uit Syrië, dat besmet was door de pest. De lading moest met spoed naar de  jaarmarkt van Beaucaire. Bij de pest die uitbrak, stierven 30.000 van de 90.000 inwoners van Marseille. In de achttiende eeuw voeren schepen uit Marseille over de wereldzeeën, Marseille was een centrum van de wereldhandel.

Tijdens de Franse Revolutie (1789-1794) trok een groep mensen uit Marseille naar Parijs om hun revolutionaitre broeders te helpen. Hun strijdlied: “Allons enfants de la patrie, le jour de gloire est arrivé!” werd het volkslied van Frankrijk, de Marseillaise.

Frankrijk had vanaf de zeventiende eeuw veel koloniën; het land bezat na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) een tiende van al het land op aarde. Marseille speelde een belangrijke rol in het koloniale rijk.

Marseille was vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog een haven van waaruit vluchtelingen probeerden te ontkomen naar Noord- en Zuid-Amerika. Na de oorlog werden de meeste koloniën zelfstandige landen, vaak na bloedige onafhankelijkheidsoorlogen. De stad is een mengvat van alle mogelijke bevolkingsgroepen, met een rijke cultuur, vrijheidsliefde en veel misdaad – vooral drugshandel.

Marseille heeft tal van insteekhavens langs de kust ten westen van de stad. Het meest westelijke en grootste havengebied, Fos-sur-Mer, ligt op zestig kilometer afstand. Daar ligt een enorm industrieterrein, met vooral petrochemische- en staalindustrie.