Kaapstad -Taveerne van de oceanen

De haven van Kaapstad is de tweede haven van Zuid-Afrika, na Durban. De oude en mooie havenstad trekt veel toeristen aan en ook buitenlandse bedrijven die zich bezighouden met industrie, financiën, handel en scheepvaart.

Nadat zeevaarders vanuit het Midden-Oosten al eeuwen eerder de zuidpunt van Afrika gepasseerd hadden, waren de Portugezen eind vijftiende eeuw de eerste Europeanen die de kaap rondden. Bartholomeus Diaz noemde deze kaap Stormkaap, omdat er zulke hevige stormen woedden. Die dreigende naam werd veranderd in Kaap de Goede Hoop.

De Nederlander Jan van Riebeeck zette in 1652 met vijf schepen en zeventig man voet aan wal op de plek waar nu Kaapstad ligt. De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) vroeg hem om er een bevoorradingsstation te vestigen, want tijdens de lange zeereis tussen Nederland en Nederlands-Indië was onder de zeelieden veel ziekte, met name scheurbuik, door een gebrek aan vers voedsel. Jan van Riebeeck liet groentetuinen aanleggen, een fort bouwen en een stuk land omheinen om er huizen te bouwen. Er was veel strijd met de inheemse bevolking, de Khoikoi, die opkwamen voor hun vrijheid en hun vee, dat door de kolonisten werd ingepikt.

In de loop van de tijd stichtten mannen van de VOC en immigranten, zoals Franse Hugenoten en Duitse zeelieden die vaak met weesmeisjes trouwden, boerderijen in de wijde omgeving. Deze vrijburgers of Afrikaners koloniseerden steeds meer gebieden. De Khoikoi verloren hun land en gingen te gronde aan de pokken. Omdat er niet genoeg arbeiders waren, werden er zo’n 60.000 slaven uit Afrika en Zuidoost-Azië gehaald om te werken op de boerderijen en voor de inwoners van het opkomende Kaapstad. Rond 1730 bestond de bevolking van de stad voor veertig procent uit slaven.

In de twintigste eeuw ging de slavenmaatschappij over in het Apartheidsregime, met een kleine, blanke bovenlaag en een onderdrukte zwarte bevolking. Eind twintigste eeuw was de interne en de externe druk op de blanke Zuid-Afrikaanse regering zo groot geworden, dat er vrije verkiezingen kwamen. De charismatische leider Nelson Mandela van het African National Congress, die bijna drie decennia gevangen zat, werd in 1994 de eerste zwarte president. Er kwam geen einde aan de armoede en ongelijkheid in het land tijdens zijn regering en de regeringen na hem.

De haven van Kaapstad was enkele eeuwen een spil in de internationale handel tussen Europa en Azië, tot de opening van het Suezkanaal in Egypte in 1869, waardoor de vaartijd werd verkort. Kaapstad verloor zijn functie als proviandhaven, maar werd een knooppunt van handel in graan, wol, fruit, wijn en vis. Vanaf 1860 werden er verschillende havenbekkens aangelegd, die nu, zoals in veel oude havens het geval is, in een toeristisch Waterfront zijn omgetoverd.

In zee werden twee nieuwe havenbekkens gebouwd. In een ervan is een container terminal, in de ander zijn fruit- en multifunctionale terminals. De terminals zijn via een spoorwegnet en grote wegen goed verbonden met het Afrikaanse achterland.

Kaapstad en West-Kaap zijn de toegangspoort tot Afrika. De Afrikaanse bevolking zal naar verwachting toenemen van ruim 1 miljard naar 2,4 miljard in 2050. Dit betekent een groeiende markt voor Zuid-Afrikaanse en buitenlandse bedrijven. De export vanuit Kaapstad, zoals fruit, vis, kuntmest, soja, tarwe, maïs en cement, gaat nu voornamelijk naar Afrika (43%), Europa (24%) en Azië (16 %). China is de belangrijkste handelspartner wat betreft de import in Kaapstad.