Hamburg is de derde haven van Europa, na Rotterdam en Antwerpen. En zoals Rotterdam en Antwerpen van oudsher rivierhavens zijn, zo is Hamburg dat ook. Maar Hamburg ligt ruim honderd kilometer van de Noordzee verwijderd, aan de getijdenrivier de Elbe. De Elbe ontspringt in het Reuzengebergte in Tsjechië en is 1165 kilometer lang. Het nadeel van Hamburg is, dat zeeschepen een lange weg over een bochtige en aanslibbende rivier moeten varen voor ze op hun bestemming zijn. Alleen met hoog tij kunnen volgeladen schepen met grote diepgang de haven inlopen, anders moeten ze met minder lading varen. Zo’n 10.000 zeeschepen doen per jaar de haven aan.
Hamburg heeft een geschiedenis van zo’n 1300 jaar. Begin achtste eeuw vestigden zich Saksische boeren op de plek waar de rivieren Alster, Bille en Elbe samenkwamen. Ze bouwden een burcht, de Hammaburg, die in de eeuwen erna geregeld verwoest werd door Vikingen. In de elfde eeuw begon men kerken van baksteen te bouwen. In 1189 kreeg Hamburg stadsrechten, op grond van een twijfelachtige oorkonde van keizer Friedrich Barbarossa.
Hamburg ligt in een maritiem, noordelijk gebied waar al enkele milennia gevaren wordt. In de vierde eeuw voor de jaartelling voer de Griek Pythias uit Marseille hier, op zoek naar tin en barnsteen – dat gewoonlijk via moeizame wegen over land het Griekse en Romeinese rijk bereikte. Vanaf de zevende eeuw vielen groepen Vikingen uit Scandinavië de Noordzeekusten binnen, om te roven en te handelen. Intussen ontstond ook een groot, in stukken opgedeeld Fries rijk aan de Noordzeekust; de Friezen waren boeren, zeelui en handelaars tegelijk.
In de twaalfde eeuw kwam de Hanze op, een los verbond van handelssteden, die vooral in de Noordzee en de Oostzee en langs zijrivieren handel dreven. Tegen de 200 havens en kleine handelsplaatsen waren erbij betrokken. Het woord Hansa betekent groep: het ging om groepen kooplieden uit deze plaatsen. Ze organiseerden zich in een netwerk om veilig te zijn tegen piraterij van Vikingen, om in al deze havens vrij verkeer en belastingvoordelen te bewerkstelligen, steeds nieuwe afzetmarkten te zoeken en goed te verdienen. De belangrijkste Hanzestad was eerst Lübeck, later Hamburg.
Na de Spaanse en Portugese ontdekkingsreizen en veroveringen in de vijftiende en zestiende eeuw, kwam de Atlantische handel op. De Hanze verloor aan macht. Hamburg importeerde via West-Europese havens producten uit Spaanse, Portugese, Nederlandse en Britse koloniën, en werd een rijke handelshaven. In 1815 werd de vrije Hanzestad Hamburg lid van de Duitse Bond, in 1871 werd het onderdeel van het Duitse rijk. Er vestigden zich scheepswerven aan de Elbe, er kwamen insteekhavens, pakhuizen, fabrieken.
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de economische wereldcrisis erna verarmden Hamburg; de helft tot driekwart van de havenarbeiders verloor zijn werk. Wanhopige mensen kozen voor het fascisme van Hitler. In 1933, toen Hitler tot rijkskanselier werd gekozen, stemde 39 % van de Hamburgers voor de fascistische NSDAP. De haven concentreerde zich op bewapening: slagschepen, onderzeeschepen, oorlogsindustrie. Hitler bezocht talloze keren Hamburg om de oorlogsinspanningen te ondersteunen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd Hamburg herhaaldelijk gebombardeerd door Britse bommenwerpers. De stad en de haven lagen in puin.
De geallieerden, en met name de Verenigde Staten hielpen na de oorlog Hamburg en Duitsland om er weer bovenop te komen. Zo voltrok zich het Duitse Wirtschaftswunder, waarvan Hamburg de aanjager was. De haven groeide en breidde zich uit. Oude havengebieden werden, net als in veel andere havensteden in de wereld, onbruikbaar en omgezet in hypermoderne woonwijken. Als kroon op de wederopbouw kwam er in 2017 een opvallend, glazen, dansend concertgebouw in de haven, de Elbphilharmonie, opgetrokken op bakstenen pakhuizen.